Hoofdstuk IEn zo zien jullie, jongelui, tot welke grootse resultaten de samenwerking tussen geleerden van verschillende
takken der wetenschap heeft geleid. Doordrongen van de waarheid van het aloude spreekwoord ‘Eendracht maakt macht’
hebben natuur-, wis- en scheikundigen de handen ineengeslagen; hun gemeenschappelijke arbeid heeft hen verder gebracht dan
het werk van elk afzonderlijk ooit had gekund en tal van belangrijke uitvindingen en ontdekkingen zijn daarvan het gevolg
geweest. En wat voor de wetenschap geldt, is zelfs van toepassing op de gehele maatschappij: onderling begrip en samenwerking
zijn even onmisbare factoren voor het verkrijgen van goede resultaten als persoonlijk inzicht en doorzettingsvermogen. Pas
wanneer je dat inziet, maak je een goede kans te slagen in het leven, pas dan ligt de weg naar het door ieder zo fel begeerde
succes en levensgeluk voor je open en daarom druk ik jullie, jonge mensen, op het hart: onthoudt van deze les desnoods slechts
één woord, maar vergeet dàt dan ook nooit, dit ene: Samenwerking! Toen de natuurkundeleraar, mijnheer Verburg, was uitgesproken, klonk de bel, waarop
de klas zich naar het nattehislokaal begaf. Eigenlijk was het jammer, dat op natuurkunde juist de eveneens zo interessante
nattehis volgde, want dat belette je na de les van Verburg nog eens over diens belangwekkende vertogen na te mijmeren. Mijnheer
Verburg was uitermate populair, omdat zijn natuurkundelessen je deden vergeten, dat je op school was. Altijd zat hij vol met
sterke verhalen over beroemde geleerden, ontdekkers en uitvinders en toch stampte hij er, zonder dat je dat bepaald merkte,
de noodzakelijke kennis van het H.B.S.-programma muurvast in. Alles maakte hij je aanschouwelijk en als hij het bij electriciteit
over atoomkernen of electronen had, dan zag je die gewoonweg voor je, ook al was dat volgens het natuurkundeboek volslagen
onmogelijk. | | | | Vaak ging hij ver buiten zijn boekje en praatte hij over
dingen, waarvoor iedere rechtgeaarde H.B.S.-er zich interesseert, maar waarover hij zelden hoort spreken. En wanneer Verburg
eenmaal op zijn praatstoel zat, dan ging een wereld vol van ongekende mogelijkheden voor je open: het Rijk der Wetenschap!
Als in een wonderlijke droom leidde hij je dan door de grote laboratoria, waar in witte jassen gehulde ‘mannen van de
wetenschap’, gebogen over reageerbuizen en microscopen en omringd door blinkende apparaten en geheimzinnige electrische
toestellen, zich in stilte wijdden aan de vervulling van hun grootse taak: door te dringen in de geheimen van leven en natuur
en daarmee de mensheid te dienen. |
Illustraties van John Hummel (Klik op foto voor vergroting)
Hoofdstuk XXI (Slot)
- De toekomst van Nederland
is de toekomst van zijn jongere generatie. Daarom wil de Hobby Club er het hare toe bijdragen om een jongere generatie te
kweken, die op haar eigen benen kan staan. Zij kan dat, wanneer men haar de kans geeft het naast school en huis zo noodzakelijke
‘derde milieu’ te vormen. Daarbij willen wij, zoals ik al gezegd heb, niets afdoen aan het werk van bestaande
jeugdorganisaties. Wij willen ook niet de techniek verheffen tot een hoger plan dan zij verdient. We zijn er ons wel van bewust
dat er uit een geestelijk en moreel oogpunt veel belangrijker dingen zijn dan technische hobbies, maar t.a.v. de geestelijke
en morele herbewapening van de jeugd geloven wij, dat men, om de massa van de jeugd te verheffen, niet te hoog moet grijpen.
Zorg eerst voor een prettige en nuttige vulling van de vrije tijd, zorg voor een aantrekkelijk verenigingsleven en dan is
er een basis, waarop men bouwen kan. - In de Hobby
Club is deze basis aanwezig en daarop bouwen kùnnen wij en zùllen wij! En wat de jongens in de Hobby Club dan
zo al zullen leren? In het openbaar spreken, verantwoordelijkheid dragen, plannen ontwerpen en uitvoeren, organiseren, propaganda
maken, boekhouden, artikelen schrijven en bovendien: ze zullen mensenkennis en technische kennis opdoen, ze zullen door onze
nauwe samenwerking met jonge kunstenaars de beste uitingen van menselijk verstand en gevoel leren waarderen, allemaal factoren,
die voor hun geestelijke vorming van het grootste belang zijn. Ze zullen mannen worden, berekend voor hun taak; mannen, in
de beste zin des woords. En bovenal: ze zullen leren zich met elkander te verdragen, want stand, afkomst en politieke richting
spelen bij ons geen rol. Waar het ons om gaat is: saamhorigheid en kameraadschap. En al met al zal de Hobby Club door haar
serieuze opzet een leerschool zijn voor heel het verdere leven! | | | | - De toekomst van Nederland en zijn jongere generatie is de toekomst van den Nederlandsen
jongen. Hij.... neen, hier mag geen sprake zijn van ‘hij’. Ons doel is geen ‘hij’ maar ben ‘jij’!
Jij, Nederlandse jongen met je bewust of onbewust verlangen naar iets eigens, naar iets dat helemaal van en uit jezelf is,
dat uit eigen wensen is ontstaan en dat je met eigen kracht en verstand wilt ontwikkelen: bij ons in de Hobby Club vind je,
wat je zoekt, kun je al je talenten ontplooien en kun je je hobby uitleven als nooit tevoren! En niet alleen jij, dat kunnen
al je vrienden, dat kunnen jongens in andere steden en dorpen, dat kunnen alle jongens in Nederland! Dit
is onze kans, de mooiste, maar misschien ook de laatste kans van ons jongensleven en daarom, laten wij haar aangrijpen, zoals
onzen besten vriend: met beide handen! Laten wij haar aangrijpen om in ‘goodwill’ en vriendschap ons leven rijker
en gelukkiger te maken en in samenwerking te bouwen aan een betere en schonere toekomst als JONGENS VAN DE HOBBY CLUB! ‘Zwanenburg’
Dinther N.-Br. 1942-1943, Amsterdam 1946-1947 | |
|
Illustratie uit: De hobbyclub breekt baan |
|
(Klik voor vergroting) |
Boekbeschrijving: De Jongens van de Hobbyclub
- DE JONGENS VAN DE HOBBY CLUB (1947) - DE HOBBY CLUB OP AVONTUUR IN ZWITSERLAND (1948) - DE HOBBY CLUB OP AVONTUUR IN DE USA (1952) - DE HOBBY CLUB BREEKT BAAN (1953)
DE HOBBYCLUB
OP AVONTUUR IN ZWITSERLAND 2 en DE HOBBYCLUB BOUWT MODELSTAD, aangekondigd in de eerste twee boeken zijn nooit uitgegeven.
(Met dank aan Louis Meulstee)
Advertentie voor
andere boeken in de Hobby Serie achterin De Jongens van de Hobbyclub
|
(Klik voor vergroting) |
In dit
artikel uit het Hobbyclub maandblad, zet Leonard de Vries zijn plannen uiteen voor de toekomst. Het zal er
nooit van komen. HOBBYCLUB OP AVONTUUR IN ZWITSERLAND 2 en DE HOBBYCLUB BOUWT MODELSTAD, zagen het daglicht niet. Wellicht
zag de Bezige Bij er geen brood meer in. De HOBBYCLUB BREEKT BAAN zal het laatste boek in de serie blijven.
Hierboven de herziene versie uit 1966 van de twee populairste
hobby-club boeken (die uit 1947 en uit 1953), kortweg 'De Hobby Club' getiteld. De Vries hoopte dat deze herziene versie
van zijn 'droom' een nieuwe stimulans zou zijn, maar dat is tevergeefs. Het boek slaat niet aan. Het idee van de Hobby-clubs
heeft zijn langste tijd gehad.
Landggoed Zwanenburg Door Paul
Spapens (2013) De Jongens van de Hobby Club
is een van de bekendste boeken van Leonard de Vries (1919-2002). Het boek kwam uit in 1947. De Vries schreef
het toen hij zat ondergedoken in landgoed Zwanenburg in Dinther. Zijn ouders, broers en zussen zijn allemaal door de Duitsers vermoord. Dat De Vries het vege lijf
wist te redden is een van de talrijke historische voorvallen in Zwanenburg. Dit schitterende huis is het
enige dat nog over is van de zes versterkte huizen die Dinther eens rijk was. Huis en landgoed liggen in het beekdal van de rivier de Aa. Door het landgoed loopt een oude meander
van de Aa. Het geheel wordt voor veel geld gerestaureerd. Ook gracht en lanen worden opgeknapt. http://www.bhic.nl/index.php?id=10329 Met dank aan het Brabants Historisch Informatie
Centrum
|