Dagblad van het Noorden, Zaterdag 13 Augustus
2011
In de zomerbijlage van Het Dagblad van het Noorden is in augustus 2011 een serie
geplaatst genaamd "Retourtje jeugd". Hiervoor werd een oproep gedaan aan de lezers om herinneringen
op te halen aan het mooiste boek uit hun jonge jaren. Ik heb me daarvoor opgegeven en ben uit de vele
aanmeldingen uitgekozen.
Na plaatsing van het artikel heb ik veel leuke reacties gehad van mensen die zich
in het stukje herkenden. Ronald Hooijenga, journalist van het Dagblad van het Noorden, heeft mij geïnterviewd
en was erg onder de indruk van het verhaal en blij dat hij van mij een exemplaar van het boek kreeg. (Ad van de Graaf)
Hierbij het verhaal: Niet vaak zal één
boek zoveel hebben betekend in iemands leven, als “De jongens van de Hobby Club”. Het opende in de naoorlogse
jaren vijftig de ogen van de nog jonge Ad van de Graaf, zette hem op het goede pad, en gaf zijn leven vorm. Hij hield er een
stel fantastische hobby's, veel vrienden, diverse banen en een levensvulling aan over. En een levenslang, dankbaar respect
voor de schrijver die dit allemaal mogelijk had gemaakt: Leonard de Vries. Begin jaren negentig van de vorige eeuw kwam
het tot een ontmoeting tussen de auteur en zijn grootste fan. En bij het overlijden van Leonard de Vries in 2002 schreef
hij een ontroerende dankbrief aan diens nabestaanden. "Leonard de Vries heeft mijn leven, en dat van velen met
mij, ontzettend beïnvloed en richting gegeven in positieve zin. Hiervoor ben ik hem heel dankbaar, en gelukkig heb ik
hem dat ook kunnen zeggen bij onze ontmoeting. Ook nu hij is overleden blijft hij voortleven in mij en al die mensen die door
hem zijn 'opgevoed '. Dit is hopelijk een troostvolle gedachte". Dat het niet het enige respectvolle blijk van medeleven zal zijn geweest is duidelijk,
want Leonard de Vries (1919-2002) was een geliefd en veel gelezen schrijver. Zijn specialiteit: 'technische romans voor jonge
mensen'. “Ik herinner me nog als de dag van gisteren mijn eerste
kennismaking met het oeuvre van De Vries. Na de oorlog had je voor de jeugd
eigenlijk niks. Mijn aandacht ging al gauw uit naar knutselen en technische dingetjes. Zo kreeg ik een oude telefoon, één die je nog moest aanslingeren,
die ik helemaal uit elkaar haalde om te zien hoe het ding werkte. Een vriendje dat al zelf een kristalontvanger had gemaakt,
introduceerde me in de radiowereld.
Het Jongensradioboek (1e druk 1940) van Leonard de Vries was onze leidraad, daarin stond
precies hoe je zoiets moest maken. Later ontdekte ik dat hij nog meer boeken
geschreven had, en leende ik uit de bibliotheek het schitterend geïllustreerde boek, De jongens van de Hobby
Club (1e druk 1947). En dat was het hé? Daar smulde ik van:
in clubverband leuke dingen doen, bezig zijn met techniek. Radio, fotografie, film en modelbouw. Dat was echt het summum wat
die jongens deden, konden en hadden, in dat boek. Op de voorkant van het
boek staat een schitterende plaat, getekend door John Hummel. Jongens die
aan het knutselen zijn aan een versterker, geluidsopnamen maken, platen snijden, filmen en een jongen die met een echte Leica-camera
aan het fotograferen was. Ik was jaloers op deze jongen die deze
camera van een oom had gekregen. Ik fotografeerde toen met een eenvoudig
Kodak boxje en een vergrotingsapparaat had ik zelf gemaakt. De kennis van dit alles kwam uit het jongensfotografieboek (1e
druk 1951) van natuurlijk, Leonard de Vries. Bij gebrek aan geld om de
boeken te kopen, leende ik steeds dezelfde boeken keer op keer uit de bibliotheek. Het boek De jongens van de Hobbyclub is door Leonard de Vries geschreven tijdens de 2e wereldoorlog in zijn
onderduikers adres in het grote middeleeuwse huis Zwanenburg ( Dinther) Hij creëerde toen voor hem zelf een
virtuele wereld, een wereld die als de oorlog zou zijn afgelopen, beter zou moeten worden en ingevuld door jonge mensen. De
oude mensen hadden er toch maar een puinhoop van gemaakt.
Afbeelding 1 |
|
'Samen met
anderen met hoofd en handen bouwen aan een betere toekomst en een gelukkiger samenleving', was het motto van de schrijver.
En dat gedachtegoed heeft decennialang de levens van duizenden jongens en meisjes bepaald.
Het boek, De jongens van de Hobby Club sloeg na de oorlogsjaren direct aan, en toen
er in 1949 ook nog een tijdschrift: Hobby Club werd uitgebracht ontstonden er al gauw her en der
in het land echte Hobby Clubs. In één jaar tijd kwamen er meer dan 70 van
de grond exact gemodelleerd naar die in het boek en de drie vervolgen daarop: De Hobby Club op avontuur in Zwitserland,
De Hobby Club op avontuur in de USA en de De Hobby Club breekt baan. ‘Samen met anderen met hoofd en handen bouwen aan een betere toekomst en een gelukkiger samenleving’,
was het motto van de schrijver zelf, en dat gedachtegoed heeft decennialang de levens van duizenden jongens, en later meisjes,
bepaald.
Het waren allemaal boeken en tijdschriften waar je als jonge jongens en meisjes van smulde. Ik heb nog een boek van De jongens van de Hobby Club in mijn boekenverzameling dat De Vries heeft geschonken
aan de Hobby Club Drachten waarin hij het volgende heeft geschreven: "Voor Wietze
Hoogeveen, ter herinnering aan de gezellige avond van de Hobby Club Drachten, de schrijver Leonard de Vries, 24 juli 1948".
Mogelijk heeft hij hier inspiratie opgedaan voor de uitgave van het tijdschrift Hobbyclub
dat uitkwam in september 1949. Ik heb heel veel versterkers, radio's
en zenders in elkaar geknutseld. De radio onderdelen haalde ik in die tijd uit de dump
en uit kapotte en oude radio's die ik kreeg van ooms en tantes. Later
kwamen de kant en klare bouwdozen van Amroh, Maxwell en Philips. Leonard de Vries vond
dat bouwdozen gedoe maar niets. Je moest volgens hem gewoon de onderdelen slopen uit oude militaire sets
of los kopen bij Aurora Kontakt, Radio Peeters, en dergelijke radio-onderdelen winkels. Als jongen deed ik dat ook, maar je kon de "vooruitgang" niet tegenhouden
en zo bestelde je steeds weer de gratis prospectus van de schriftelijke radiocursus Maxwell en smulde van de bijgevoegde
schema's van de Pupil, de Padvinder en de grote Duitse super-heterodyne ontvangers. Ik hing ze aan de wanden van mijn kamertje.
Ook de jaarlijks uitgegeven prospectussen van de radio-onderdelen winkels haalde ik direct op zodra ze uitkwamen.
Afbeelding 2 |
|
De boeken van Leonard de Vries vormden de basis voor het kiezen
van mijn hobby fotografie, mijn beroepskeuze voor radiotechniek en elektronica en de banen bij het Amerikaanse bedrijf
Tektronix en Philips. En er zijn heel veel mensen met mij, die hun beroep kozen
naar aanleiding van zijn boeken, zo inspirerend en motiverend waren die. Het mooie
van de techniek in die tijd was dat je alles kon begrijpen als je er eenmaal indook. Je wist hoe een radiolamp werkte en wikkelde
zelf je spoelen. De laatste dertig, veertig jaar zijn het alleen nog maar geïntegreerde
modules die je aan elkaar moet knopen: Je stopt er iets in en er komt weer iets uit, maar je hebt geen
flauw idee van hoe of wat. Maar net als veel naoorlogse idealen stortte ook de wereld
van de Hobby Clubs in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw in, door onder meer de komst
van de televisie, de toenemende individualisering van de samenleving en de welvaart als boosdoeners”. Ad van de Graaf zag het met lede ogen aan, maar had zijn eigen jeugd en de boeken van Leonard de Vries voor geen
goud willen missen. In zijn jonge jaren had hij geen geld om de boeken te kopen. Nu heeft
hij alle boeken van Leonard de Vries verzameld en staat het boek “De Jongens van de Hobby Club” te pronken in
zijn boekenkast met ervoor een echte Leica camera zoals die jongen op de voorplaat van het boek “De
jongens van de Hobby Club” in zijn hand heeft.
“Ik ben blij dat ik Leonard de Vries heb mogen ontmoeten. Hij
vertelde mij in onze ontmoeting dat hij heel oud wilde worden. Volgens hem is het leven één grote ontdekkingsreis
die voor hem wel eindeloos mocht duren. Over dit
onderwerp wilde hij nog wel een boek schrijven namelijk "de technische mogelijkheden tot het eeuwige leven". Of hij hier ooit mee begonnen is weet ik niet”. Bijlagen: Afb. 1
Krantenartikel (Geschreven door Ronald Hooijenga) Afb. 2
Boek de Jongens van de Hobby Club Afb.3
Ad van de Graaf voor zijn boeken van Leonard de Vries
Afbeelding 3 |
|
Ad van de Graaf nu, voor zijn verzameling jeugdboeken en zijn
collectie rondom schrijver Leonard de Vries, met op een ereplaats het allesbepalende boek en de Leica camera die daarin voorkomt.
|